Objecten die zich boven het herkenningsgebied van de parkeerpilot bevinden, kunnen bij het opmeten van de parkeerplek niet worden herkend. Hiermee wordt daarom ook geen rekening gehouden bij het berekenen van de parkeerprocedure. Dit geldt bijvoorbeeld voor uitstekende lading, overhangen of laadplatforms van vrachtwagens. De parkeerpilot stuurt daarom eventueel te vroeg in de parkeerplek in.
De parkeerpilot biedt bij parkeerplekken dwars op de rijrichting geen ondersteuning, als:
WAARSCHUWING Als zich objecten boven het herkenningsgebied bevinden, kan:
Als zich objecten boven het herkenningsgebied bevinden, stoppen en de parkeerpilot uitschakelen.
Gevonden parkeerplek links | |
Parkeersymbool | |
Gevonden parkeerplek rechts |
De parkeerpilot is automatisch ingeschakeld bij het vooruitrijden. Het systeem werkt tot een snelheid van circa 35 km/h. Het zoekt en meet daarbij zelfstandig aanwezige parkeerplekken aan beide zijden van de auto.
Om ervoor te zorgen dat een parkeerplek door de parkeerpilot wordt herkend, moet de parkeerplek:
Informatie
Eraan denken dat de parkeerpilot bij parkeerplekken die dwars op de rijrichting liggen niet de diepte van de parkeerplek kan meten. U moet zelf beoordelen of uw auto in de parkeerplek past.
Bij een snelheid beneden 30 km/h verschijnt het parkeersymbool in het combi-instrument als statusindicatie. Als een parkeerplek is herkend, wordt bovendien een pijl naar rechts of links weergegeven. De parkeerpilot geeft standaard alleen parkeerplekken aan de passagierszijde aan. De parkeerplekken aan de bestuurderszijde worden weergegeven zodra de richtingaanwijzer aan bestuurderszijde wordt ingeschakeld. Als u aan bestuurderszijde wilt inparkeren, moet deze ingeschakeld blijven, totdat het gebruik van de parkeerpilot met de toets op het multifunctioneel stuurwiel is bevestigd. Het systeem analyseert automatisch of het een parkeerplek parallel aan of dwars op de rijrichting betreft.
Een parkeerplek wordt tijdens het voorbij rijden weergegeven, tot de auto circa 15 m van de parkeerplek verwijderd is.Mercedes-Benz A-Klasse. Transmissiestanden
Parkeerstand
Beveiligt de geparkeerde auto tegen wegrollen.
De transmissie alleen in de stand
schakelen als de auto stilstaat. De parkeervergrend ...
Mercedes-Benz A-Klasse. Met KEYLESS-GO
Het bestuurdersportier en het portier waarvan de portiergreep werd
bediend, moeten gesloten zijn. De sleutel moet zich buiten de auto
bevinden. De afstand van de sleutel tot de bediende port ...
Mercedes-Benz A-Klasse. Zijbekleding openen en sluiten
Weergave zijbekleding rechts
Voordat de lampjes van de achterlichten kunnen worden
vervangen, moet de zijbekleding in de bagageruimte worden
geopend.
Openen: On ...