KINDEREN VEILIG VERVOEREN
Om een optimale bescherming bij een ongeval te kunnen garanderen, moeten alle inzittenden zitten en gebruik maken van goedgekeurde beveiligingssystemen, ook pasgeborenen en kinderen.
Dit is een wettelijke verplichting in alle EU-landen, conform de Europese richtlijn 2003/20/EG.
Kinderen met een lengte van minder dan 1,50 meter en tot de leeftijd van 12 jaar moeten beschermd worden door geschikte kinderzitjes en moeten op de achterbank zitten.
Statistieken over ongevallen tonen aan dat de achterbank een betere bescherming biedt voor kinderen.
Vergeleken met een volwassene, is het hoofd van kleine kinderen in verhouding tot de rest van het lichaam groter en zwaarder, maar de spieren en de botstructuur van kinderen zijn nog niet volledig ontwikkeld.
Daarom zijn correcte beveiligingssystemen, naast veiligheidsgordels voor volwassenen, noodzakelijk om het gevaar van letsel in geval van een aanrijding, remmen of plotselinge manoeuvres, zo veel mogelijk te beperken. Kinderen moeten veilig en comfortabel zitten.
Afhankelijk van de eigenschappen van de gebruikte kinderzitjes, wordt geadviseerd om kinderzitjes zo lang mogelijk tegen de rijrichting in te monteren (tot het kind minstens 3–4 jaar oud is), omdat die stand bij een ongeval de meeste bescherming biedt.
Om het meest geschikte kinderzitje te kiezen, moet rekening worden gehouden met het gewicht van het kind; er zijn verschillende types kinderzitjes en geadviseerd wordt altijd het type te kiezen dat het meest geschikt is voor het kind.
Het wordt geadviseerd altijd het voor het kind meest geschikte kinderzitje te kiezen; raadpleeg daarom altijd de Gebruiksaanwijzing die bij het kinderzitje geleverd is, om er zeker van te zijn dat dit het juiste type is voor de kinderen waarvoor het is bedoeld.
In Europa zijn de kenmerken van kinderzitjes geregeld in de regeling ECE-R44, waarin ze in vijf gewichtsgroepen worden verdeeld:
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep 1 9-18 kg
Groep 2
15-25 kg
Groep 3 22-36 kg
Alle kinderzitjes moeten voorzien zijn van de certificatiegegevens, evenals een goed vastgehecht plaatje met het controleteken dat nooit verwijderd mag worden.
In het Lineaccessori MOPAR® assortiment zijn kinderzitjes voor elke gewichtsgroep opgenomen.
Het gebruik van deze kinderzitjes is sterk aanbevolen, want ze zijn speciaal ontworpen voor de auto’s van Fiat.
KINDERZITJE MONTEREN MET DE VEILIGHEIDSGORDELS
De Universele kinderzitjes die geïnstalleerd worden met de veiligheidsgordels zijn alleen goedgekeurd op basis van de ECE R44 norm en zijn ingedeeld in verschillende gewichtsgroepen.
WAARSCHUWING De afbeeldingen zijn indicatief en dienen slechts ter illustratie van de montage.
Monteer het kinderzitje overeenkomstig de aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.
BELANGRIJK Aanbevolen wordt om na een medium tot hoog ernstig ongeval zowel het kinderzitje als de veiligheidsgordel waarmee het vastzat te vervangen.
Groep 0 en 0+
Baby’s tot 13 kg moeten in babyzitjes worden vervoerd die tegen de rijrichting in gemonteerd zijn, waarbij het achterhoofd wordt gesteund en bij plotseling remmen de nek niet wordt belast.
Het kinderzitje moet worden vastgezet met de veiligheidsgordels van de auto en de baby wordt beschermd met de veiligheidsgordels van het kinderzitje.
Groep 1
Kinderen met een gewicht van 9 tot 18 kg mogen in een in de rijrichting gemonteerd kinderzitje vervoerd worden.
Groep 2
Kinderen met een gewicht tussen 15 en 25 kg mogen rechtstreeks de veiligheidsgordels van het voertuig gebruiken.
Het kinderzitje is in dit geval nodig om het kind correct ten opzichte van de gordels te plaatsen, zodat het diagonale gordelgedeelte schuin over de borst en nooit langs de nek ligt; het onderste gordelgedeelte moet over het bekken en niet over de buik liggen.
Groep 3
Voor kinderen met een gewicht tussen 22 en 36 kg bestaan er geschikte verhogingen om de veiligheidsgordel correct te kunnen omleggen.
Fig. 75 geeft een voorbeeld van de juiste positie van het kind op de achterbank.
Kinderen langer dan 1,50 m kunnen de veiligheidsgordels net zoals volwassenen dragen.
GESCHIKTHEID VAN DE PASSAGIERSSTOELEN VOOR HET GEBRUIK VAN UNIVERSELE KINDERZITJES
De Fiat 500 voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EG-richtlijn inzake de montage van kinderzitjes op de verschillende zitplaatsen in de auto overeenkomstig de volgende tabel:
U = geschikt voor kinderzitjes van de "Universele" categorie overeenkomstig
de Europese EEGR44- norm voor de aangegeven "Groepen".
X = Kinderzitje
ongeschikt voor kinderen in deze gewichtscategorie.
(*) BELANGRIJK: Plaats NOOIT kinderzitjes achterstevoren op de voorstoel met een ingeschakelde airbag aan passagierszijde. Schakel de respectievelijke airbag uit om een achterstevoren gericht kinderzitje te plaatsen (zie instructies in de paragraaf "Aanvullend veiligheidssysteem (SRS) - Airbag").
KIA Picanto. Audio (zonder touchscreen)
Kenmerken van uw audio
Audiosysteem
- Type C
- Type D
De functies in het voertuig wijken
mogelijk af van deze op de afbeelding.
1.
Speelt de radio (FM/AM)-modus.
Elke keer ...
Peugeot 108. Verklikkerlampjes
De verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie over de werking van een
systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder in het
geval van een storing (waarschuwingslampje). ...
KIA Picanto. Winterbanden
Als u winterbanden op uw auto laat
monteren, controleer dan of deze dezelfde
maat en beladingsindex hebben
als de originele banden. Monteer winterbanden
op alle vier de wielen, voor
een optimal ...