VEILIGHEIDSGORDELS
Alle stoelen van het voertuig zijn uitgerust met veiligheidsgordels met drie verankeringspunten en een oprolautomaat.
Het mechanisme van de oprolautomaat werkt door vergrendeling van de gordel wanneer er heftig geremd wordt of door een sterke deceleratie wegens een botsing.
Zo kan de gordel vrij schuiven en kan hij zich aanpassen aan het lichaam van de inzittende. In het geval van een ongeluk zal de gordel vergrendelen waardoor het risico op botsing binnen het passagierscompartiment en op het naar buiten geprojecteerd worden, wordt gereduceerd.
De chauffeur is verantwoordelijk voor het in acht nemen van de plaatselijke wettelijke voorschriften met betrekking tot het gebruik van veiligheidsgordels en dien er ook voor te zorgen dat de overige inzittenden dit doen.
Maak de veiligheidsgordels altijd vast alvorens weg te rijden.
Gebruik van de veiligheidsgordels
De veiligheidsgordel moet omgelegd worden terwijl men goed rechtop, met de rug tegen de rugleuning zit.
Pak, om de gordel om te leggen, de gesp A fig. 67 en steek deze in de sluiting B, totdat de klik van het vergrendelen wordt gehoord.
Als tijdens het uittrekken de gordel blijft blokkeren, laat hem dan een stukje teruglopen en trek hem vervolgens langzaam uit.
Druk op knop C fig. 67 om de riem los te laten.
Begeleid de gordel tijdens het teruglopen, zodat hij niet draait.
De oprolautomaat kan blokkeren als het voertuig op een steile helling staat: dit is normaal.
Bovendien blokkeert de oprolautomaat als de gordel snel word uitgetrokken of bij hard remmen, botsingen en bij bochten die op hoge snelheid worden genomen.
De achterbank is voorzien van driepuntsveiligheidsgordels met oprolautomaat.
OPMERKING Leg de achterste veiligheidsgordels om zoals getoond in fig. 68.
BELANGRIJK Als de achterbankleuning na het neerklappen weer in de normale stand wordt geplaatst, controleer dan of de veiligheidsgordels zodanig geplaatst zijn dat ze klaar voor gebruik zijn.
SBR-SYSTEEM (voor bepaalde versies/markten)
Het SBR-systeem waarschuwt de passagiers op de voorstoel en achterbank (voor bepaalde versies/markten) als hun veiligheidsgordel niet is omgelegd. Het systeem signaleert niet vastgemaakte veiligheidsgordels met visuele waarschuwingen (waarschuwingslampjes branden op het instrumentenpaneel en pictogrammen op het display) en een geluidssignaal (zie de volgende paragrafen).
OPMERKING Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk om dit geluidssignaal permanent te laten uitschakelen. Het geluidssignaal kan te allen tijde via het display van het Setup- menu weer ingeschakeld worden.
Werking controlelampje veiligheidsgordels
Het systeem waarschuwt de bestuurder en de passagier op de voorstoel als hun veiligheidsgordel niet is vastgemaakt, als volgt:
VOORAANSPANNERS
Het voertuig is uitgerust met veiligheidsgordels voor met gordelspanners, die bij een heftige frontale botsing perfecte aansluiting garanderen van de veiligheidsgordels aan het lichaam van de inzittende voordat de blokkeringswerking begint.
Deze auto is ook uitgerust met een tweede gordelspanner (gemonteerd bij de dorpellijst). De activering hiervan kan herkend worden aan de verkorting van de metalen kabel.
Tijdens de werking van de gordelspanner kan er wat rook ontsnappen. Deze rook is niet schadelijk en duidt niet op brandgevaar.
De gordelspanner behoeft geen onderhoud of smering: elke verandering van de oorspronkelijke conditie zal de werking ervan benadelen.
Als de gordelspanner door extreme natuurlijke gebeurtenissen (bijv. overstromingen, vloedgolven enz.) met water en modder in contact is geweest, dan moet hij worden vervangen.
BELANGRIJK Voor een maximale bescherming door de gordelspanners moet de veiligheidsgordel zo worden omgelegd dat hij goed op borst en bekken aansluit.
KRACHTBEGRENZERS
Voor een nog betere bescherming van de inzittenden bij een ongeval, zijn de oprolautomaten van de gordels voor voorzien van een krachtbegrenzer die bij een frontale aanrijding de piekbelasting op de borst en schouders beperkt.
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
Ook zwangere vrouwen moeten de veiligheidsgordel omleggen: voor zwangere vrouwen en het ongeboren kind wordt het risico op verwondingen bij een ongeval fors ingeperkt als de gordel wordt gedragen.
Natuurlijk moeten zwangere vrouwen wel het onderste deel van de gordel lager omleggen, zodat de gordel over het bekken en onder de buik komt (zie fig. 69).
Naar gelang de zwangerschap verder gevorderd is, moet de bestuurder zowel de stoel als het stuurwiel zodanig verstellen dat volledige controle over het voertuig mogelijk is (pedalen en stuurwiel moeten gemakkelijk bereikbaar zijn).
De maximale speling tussen de buik en het stuurwiel moet aangehouden worden.
Zorg dat de gordelband nooit gedraaid is. Het bovenste gordelgedeelte moet over de schouder en schuin over de borst liggen. Het onderste gordelgedeelte moet over de heupen en dus niet over de buik liggen.
Steek nooit voorwerpen (wasknijpers, klemmen enz.) tussen de gordel en het lichaam van de inzittende fig. 70.
Elke gordel mag slechts door één iemand gebruikt worden. Vervoer nooit kinderen op de schoot van inzittenden met één veiligheidsgordel voor beiden.
Plaats in het algemeen geen enkel voorwerp tussen de gordel en het lichaam van een inzittende fig. 71.
ONDERHOUD VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
Volg voor het juiste onderhoud van de veiligheidsgordels de volgende aanwijzingen zorgvuldig op:
Vervang de gordels ook altijd als de gordelspanners in werking zijn getreden;
Hyundai i10. Vervanging van de gloeilamp van
voorste mistlampen
1. Verwijder de schroef onder de kap.
2. Voer de werkzaamheden uit aan de
achterzijde van de voorbumper.
3. Maak de kabel los van de lamphouder.
4. Verwijder de lamphouder met de lamp
uit ...
Peugeot 108. Boordcomputer
De boordcomputer geeft actuele informatie over het rijden (actieradius,
brandstofverbruik...).
Weergave van de informatie
Druk herhaaldelijk op een van deze toetsen om de verschillende standen v ...
KIA Picanto. Mistlamp vóór (indien van
toepassing)
De mistlampen dienen voor een beter
zicht onder omstandigheden waarbij
het zicht sterk verminderd is, zoals bij
mist, regen, sneeuwval, enz. De mistlampen
gaan aan als de mistlampschakelaar
( ...