De verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder in het geval van een storing (waarschuwingslampje).
Bij het aanzetten van het contact Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde waarschuwingslampjes op het instrumentenpaneel enkele seconden branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze lampjes weer uitgaan.
Als een lampje blijft branden, controleer dan voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan branden in combinatie met een geluidssignaal.
Verklikkerlampjes kunnen permanent branden of knipperen.
Sommige verklikkerlampjes kunnen zowel gaan branden als gaan
knipperen.
Aan de manier van oplichten in combinatie met de werkingsfase van de auto valt af te lezen of er sprake is van een normale situatie of een storing. Raadpleeg de volgende tabellen voor meer informatie. |
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende controlelampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen.
Controleer altijd wat er aan de hand is als er een waarschuwingslampje gaat branden.
Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje | Status | Oorzaak | Acties / Opmerkingen | |
STOP | knippert, in combinatie met een ander waarschuwingslampje | Dit waarschuwingslampje brandt bij een te lage motoroliedruk of bij een te hoge koelvloeistoftemperatuur. | Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of met eengekwalificeerde werkplaats. |
|
Remsysteem | permanent. | Het remvloeistofniveau is te laag. | Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een
artikelnummer van PEUGEOT.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem dan controleren bij het PEUGEOT-netwerk of bij een gekwalificeerde werkplaats. |
|
Er is een storing in het remsysteem | Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil.
Zet de auto stil, zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
|||
Motoroliedruk | permanent, in combinatie met het waarschuwingslampje STOP. | De motoroliedruk is te laag. | Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
|
Koelvloeistoftemperatuur | knippert (uitsluitend VTi 68-motor). | De temperatuur van de koelvloeistof loopt op. | Rijd voorzichtig. | |
permanent. | De temperatuur van de koelvloeistof is te hoog. | Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof tot de motor is afgekoeld. Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg dan het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. |
||
Antiblokkeersysteem (ABS) | permanent. | Er is een storing in het antiblokkeersysteem. | De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats |
|
Dynamische stabiliteitscontrole en antispinregeling (ESP/TRC) | knippert. | De systemen ESP/TRC zijn actief. | Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een betere koersstabiliteit | |
permanent. | Storing in de systemen ESP/TRC. | Laat het systeem controleren bij het PEUGEOTnetwerk of bij een gekwalificeerde werkplaats | ||
Emissieregeling | permanent. | Er is een storing in de emissieregeling. | Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is. | |
Motorstoring | permanent. | Er is een ernstige storing gesignaleerd waar geen specifiek waarschuwingslampje voor is. | Raadpleeg in dat geval altijd het PEUGEOT of een gekwalificeerde werkplaats | |
Laag brandstofniveau | permanent, in combinatie met een geluidssignaal. | Als het lampje gaat branden zit er nog ongeveer 5 liter brandstof in de tank. | Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u met een lege
tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten van het contact branden zolang er niet voldoende brandstof getankt is. Inhoud brandstoftank: ongeveer 35 liter. Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is, hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het injectiesysteem beschadigd raken. |
|
Laadstroom accu | permanent. | Er is een storing in het laadstroomcircuit van de accu (vervuilde of losgeraakte accuklemmen, aandrijfriem dynamo ontspannen of gebroken...). | Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. | |
Veiligheidsgordels vóór | knippert in combinatie met een geluidssignaal. | De bestuurder heeft zijn veiligheidsgordel niet vastgemaakt of
weer losgemaakt.
De voorpassagier heeft zijn veiligheidsgordel losgemaakt. |
Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de gesphouder. | |
Airbags | permanent. | Er is een storing in een van de airbags of de pyrotechnische gordelspanners. | Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats | |
ETGversnellingsba | permanent. | De ETG-versnellingsbak is defect | Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. | |
Koppeling | knippert, in combinatie met een geluidssignaal. | De temperatuur van de koppeling is te hoog. | Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand, zet de selectiehendel van de ETG-versnellingsbak in de stand N en wacht ongeveer 15 minuten om de temperatuur van de koppeling te laten zakken | |
Elektrische stuurbekrachtiging | knippert of blijft branden, in combinatie met een geluidssignaal | Er is een storing met betrekking tot de elektrische stuurbekrachtiging | Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOTnetwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. |
|
Bandenspanning te laag | permanent. | De bandenspanning van een of meerdere wielen is te laag. | Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te worden uitgevoerd. Elke keer nadat u een of meer banden op spanning hebt gebracht en na het verwisselen van een of meer wielen, moet u het systeem resetten. Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "Detectie te lage bandenspanning" |
|
Stop & Start (VTi 68 S&Smotor) | knippert. | Het Stop & Start-systeem werkt niet. | Laat het systeem controleren door het PEUGEOTnetwerk of door eengekwalificeerde werkplaats. | |
Snelheidsbegrenzer | permanent. | De snelheidsbegrenzer werkt niet | Laat het systeem controleren door het PEUGEOTnetwerk of een gekwalificeerde werkplaats. | |
Een of meer portier en geopend / Achterklep geopend | permanent, in combinatie met een geluidssignaal. | Een portier of de achterklep is niet goed gesloten. | Sluit het desbetreffende carrosseriedeel. | |
Keyless entry and startsysteem | knippert snel. | Het stuurslot is niet ontgrendeld. | Zet het contact in de stand "OFF" en vervolgens weer in de stand "ON", en draai iets aan het stuurwiel om het stuurslot te ontgrendelen | |
knippert in combinatie met een geluidssignaal. | De batterij van de elektronische sleutel is leeg. | Vervang de batterij.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek. |
||
U verlaat de auto zonder het contact in de stand "OFF" te hebben gezet. | Druk, terwijl u de elektronische sleutel bij u hebt, op de START/STOP-knop om het contact in de stand "OFF" te zetten. | |||
De elektronische sleutel wordt niet gesignaleerd | Controleer of u de elektronische sleutel bij u hebt. | |||
Het Keyless entry and start-systeem werkt niet | Laat het systeem controleren door het PEUGEOTnetwerk of door een gekwalificeerde werkplaats | |||
Lane Departure Warning System | knippert (oranje), in combinatie met een geluidssignaal. | Er wordt een rijstrookmarkering aan de rechterzijde overschreden. | Draai het stuurwiel de andere kant op om de auto weer
in het juiste spoor te brengen.
Zie voor meer informatie de desbetreffende rubriek. |
|
Er wordt een rijstrookmarkering aan de linkerzijde overschreden | ||||
permanent. | Het Lane Departure Warning System is defect. | Laat het systeem controleren door het PEUGEOTnetwerk of een gekwalificeerde werkplaats. | ||
Active City Brake | knippert, in combinatie met een geluidssignaal. | Het Active City Brake-systeem is in werking. | Het systeem optimaliseert het remmen om een aanrijding te
voorkomen.
Zie voor meer informatie de desbetreffende rubrie |
|
knippert. | Het Active City Brake-systeem is defect. | Laat het systeem controleren door het PEUGEOTnetwerk of een gekwalificeerde werkplaats |
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Het lampje kan branden in combinatie met een geluidssignaal.
Controlelampje | Status | Oorzaak | Acties / Opmerkingen | |
Richtingaanwijzer links | knippert, met geluidssignaal. | Als u de lichtschakelaar omlaag beweegt. | ||
Richtingaanwijzer rech | knippert, met geluidssignaal. | Als u de lichtschakelaar omhoog beweegt. | ||
Parkeerlicht of dimlicht | permanent. | Het parkeerlicht of het dimlicht is ingeschakeld. | ||
Grootlicht | permanent. | Als u de lichtschakelaar naar u toe trekt. | Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen naar dimlicht. | |
Mistlampen vóór | permanent. | De mistlampen vóór (volgens uitvoering) zijn ingeschakeld. | Draai de ring twee standen naar achteren om de mistlampen vóór
uit te schakelen.
Let op: bij als accessoire gemonteerde mistlampen kan de bediening anders zijn. |
|
Mistachterlicht | permanent. | Het mistachterlicht is ingeschakeld met de ring van de lichtschakelaar. | Draai de ring van de lichtschakelaar naar achteren om het mistachterlicht uit te schakelen. | |
Handrem | permanent, in combinatie met een geluidssignaal | De handrem is aangetrokken of niet goed vrijgezet. | Zet de handrem vrij zodat het verklikkerlampje uitgaat; trap het
rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de handrem. |
|
Airbag vóór aan passagierszijde | permanent op het display van de verklikkerlampjes voor de veiligheidsgordels en de airbag vóór aan passagierszijde. | De schakelaar in het dashboardkastje staat in de stand "ON". | De airbag vóór aan passagierszijde is ingeschakeld.
Bevestig in dat geval geen kinderzitje met de rug in de rijrichting op deze plaats. |
|
Stop & Start (VTi 68 S&Smotor) | permanent. | Het Stop & Start-systeem heeft de motor in de STOP-stand gezet (verkeerslicht, stopbord, opstopping, enz.). | Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch gestart als u wilt wegrijden. | |
Keyless entry and start - systeem | permanent. | Er wordt aan alle voorwaarden voor het starten van de motor voldaan. | Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "Starten en afzetten van de motor met het keyless entry and start-systeem". | |
knippert langzaam. | Het contact staat in de stand "ACC".
De accessoires (autoradio, 12V-aansluiting...) kunnen worden gebruikt |
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie. | ||
Schakelindicator | permanent. | Er kan worden opgeschakeld. | ||
Er kan worden teruggeschakeld (alleen bij de VTi 68-motor). | ||||
Snelheidsbegrenzer (e-VTi 68-motor) | permanent. | De snelheidsbegrenzer is ingeschakeld. | ||
Lane Departure Warning System | permanent. | Er is op de toets gedrukt. | Het Lane Departure Warning System is ingeschakeld.
Zie voor meer informatie de desbetreffende rubriek. |
|
permanent. | Het systeem is in werking: het heeft rijstrookmarkeringen links
en/of rechts gedetecteerd.
Zie voor meer informatie de desbetreffende rubriek. |
|||
Active City Brake | permanent. | Er is op de toets gedrukt.
De configuratie van het systeem is gewijzigd. |
Het Active City Brake-systeem is ingeschakeld.
Zie de desbetreffende rubriek voor meer informatie. |
Controlelampjes uitgeschakelde functies
De volgende lampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal
Controlelampje | Status | Oorzaak | Acties / Opmerkingen | |
Airbag vóór aan passagierszijde | permanent, op het pictogrammendisplay van de veiligheidsgordels en de airbag vóór aan passagierszijde. | De schakelaar in het dashboardkastje staat in de stand "OFF". | De airbag vóór aan passagierszijde is uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorpassagiersstoel plaatsen, behalve in het geval van een storing in het airbagsysteem (aangegeven door het branden van het waarschuwingslampje Airbags). |
|
Antispinregeling (TRC) | permanent. | Er is kort op de toets gedrukt.
De antispinregeling (TRC) is uitgeschakeld. |
Druk op de toets om het systeem in te schakelen. Het
verklikkerlampje dooft.
De functie TRC wordt automatisch ingeschakeld als de motor wordt gestart. Na uitschakelen van het systeem wordt het automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelheden hoger dan ongeveer 50 km/h. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie. |
|
Dynamische stabiliteitscontrole (ESP) | permanent. | Er is bij stilstaande auto langer dan 3 seconden op de toets
gedrukt.
De antispinregeling (TRC) en dynamische stabiliteitscontrole (ESP) zijn uitgeschakeld. |
Druk op de toets om deze systemen in te schakelen.
Het ESP-systeem wordt automatisch ingeschakeld als de motor wordt gestart. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie. |
|
Stop & Startsysteem (VTi 68 S&Smotor) | permanent. | Het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld. | Schakel de functie weer in door nogmaals op de toets te drukken.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie. |
|
Active City Brake | permanent. | Het Active City Brake-systeem is uitgeschakeld. | Schakel de functie in door nogmaals op de toets te drukken.
Zie de desbetreffende rubriek voor meer informatie. |
Toyota Aygo. Uitschakelen van het Stop & Start-systeem
Druk op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem om het
Stop & Start-systeem uit te schakelen.
Het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem gaat branden.
Wanneer h ...
KIA Picanto. Goede rijgewoonten
Laat de auto nooit in zijn vrij een helling
af rijden. Dit is bijzonder gevaarlijk.
Laat de auto bij het afrijden van
een helling altijd in een versnelling
staan.
Houd het rempedaal nie ...
Citroen C1. Snelheidsbegrenzer (PureTech 82-motor)
De snelheidsbegrenzer voorkomt dat de auto de door de bestuurder ingestelde
maximumsnelheid overschrijdt.
Het inschakelen van de snelheidsbegrenzer
geschiedt handmatig en is bij elke snelheid van ...