Bij de ETG-versnellingsbak met vijf versnellingen kunt u kiezen tussen het comfort van de automatische bediening en het plezier van handmatig schakelen.
Selectiehendel
R. Achteruitversnelling (Reverse): trap het rempedaal in en beweeg de
selectiehendel naar rechts en vervolgens naar voren om deze stand te
selecteren.
N. Neutraalstand (Neutral): trap het rempedaal in en
selecteer deze stand om de motor te starten.
E. Automatisch schakelen
(Easy): beweeg de selectiehendel naar achteren om deze stand te
selecteren.
M. Handmatig schakelen: beweeg de selectiehendel naar
achteren en vervolgens naar links om deze stand te selecteren.
Schakelflippers aan het stuurwiel
Druk van achteren tegen de flipper "+" aan het stuurwiel om op te schakelen.
Druk van achteren tegen de flipper "-" aan het stuurwiel om terug te schakelen.
Met de schakelflippers achter het stuurwiel kan de neutraalstand niet worden ingeschakeld en kan de achteruitversnelling niet worden in- of uitgeschakeld. |
Weergave op het instrumentenpaneel
De stand van de selectiehendel (R, N, E of M) wordt op het instrumentenpaneel weergegeven.
Als u in de automatische stand (Easy) gebruikmaakt van de mogelijkheid tijdelijk handmatig te schakelen, wordt ook de ingeschakelde versnelling weergegeven op het instrumentenpaneel.
Starten van de auto
Als u het rempedaal niet intrapt of als de selectiehendel niet in de stand N staat, kan de motor niet worden gestart. |
De auto zal zich direct in beweging zetten.
Kruipfunctie
Dankzij deze functie verloopt het rijden op lage snelheid (parkeren, filerijden enz.) soepeler.
Als de selectiehendel in de stand E, M of R staat, zet de auto zich in beweging zodra het rempedaal wordt losgelaten. Deze functie werkt bij zeer lage snelheid als de motor stationair draait.
Laat bij draaiende motor nooit kinderen alleen achter in de auto. |
De kruipfunctie kan tijdelijk niet beschikbaar zijn als de temperatuur van de koppeling te hoog is of als de helling waarop de auto staat te steil is. Er klinkt een geluidssignaal als de temperatuur van de koppeling te hoog is. |
Automatische stand (EASY)
Selecteer de stand E met de selectiehendel.
De versnellingsbak staat nu in de autoadaptieve stand. De bestuurder hoeft niet te schakelen.
De versnellingsbak kiest steeds de meest geschikte versnelling en houdt daarbij rekening met de volgende parameters:
Om zo snel mogelijk te accelereren, bijvoorbeeld bij het inhalen van een ander voertuig, moet u het gaspedaal stevig intrappen tot voorbij het zware punt.
U kunt op elk gewenst moment van stand veranderen door de selectiehendel van de stand E in de stand M te zetten en omgekeerd.
Selecteer nooit de neutraalstand N terwijl de auto rijdt. |
Tijdelijk handmatig schakelen U kunt tijdelijk handmatig schakelen met de flippers "+" en "-" aan het stuurwiel.
De gekozen versnelling wordt alleen ingeschakeld als het motortoerental dit toestaat. Als de gekozen versnelling niet kan worden ingeschakeld, klinkt een geluidssignaal.
De ingeschakelde versnelling wordt weergegeven op het instrumentenpaneel.
Deze functie stelt u in staat om op bepaalde situaties te anticiperen, zoals inhalen of het naderen van een bocht.
Wanneer u enkele seconden niets hebt gedaan, regelt de versnellingsbak opnieuw automatisch het schakelen.
Handmatige stand
Zet de selectiehendel in de stand M.
Schakel op of terug met:
De ingeschakelde versnelling wordt weergegeven.
De gekozen versnelling wordt alleen ingeschakeld als het motortoerental dit toestaat.
U hoeft tijdens het schakelen het gaspedaal niet los te laten. Als de gekozen versnelling niet kan worden ingeschakeld, klinkt een geluidssignaal.
Tijdens het remmen of vaart minderen schakelt de versnellingsbak automatisch terug, zodat de versnellingsbak in de juiste versnelling staat wanneer u weer gas geeft.
Bij snel accelereren moet de bestuurder zelf opschakelen via de selectiehendel of de schakelflippers aan het stuurwiel, behalve als het maximumtoerental wordt benaderd; in dat geval schakelt de versnellingsbak automatisch op.
U kunt op elk gewenst moment de stand veranderen door de selectiehendel van de stand M in de stand E te zetten en omgekeerd.
Schakel nooit de neutraalstand N in als de auto rijdt. |
Achteruitversnelling
De achteruitversnelling kan alleen worden ingeschakeld als de auto stilstaat en het rempedaal is ingetrapt.
Selecteer de stand R.
Er klinkt een geluidssignaal als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Parkeren van de auto
U kunt de auto stilzetten met de selectiehendel in elke stand (N, E of R).
Maar er klinkt een geluidssignaal bij het openen van het bestuurdersportier als de selectiehendel niet in de stand N staat.
Als u de auto parkeert met draaiende motor, zet de selectiehendel dan altijd in de neutraalstand N. |
Er klinkt een geluidssignaal als u het contact in de stand
"OFF" zet terwijl de 2e, 3e, 4e of 5e versnelling is ingeschakeld.
Zet het contact in dat geval weer in de stand "ON", zet de selectiehendel in de stand N en vervolgens in de stand E, M of R, en zet het contact in de stand "OFF". |
Als de auto op een helling staat, gebruik dan de rem om te voorkomen dat de auto wegrolt en zet de selectiehendel in de stand N, E of R. |
Trek altijd de handrem aan om de auto volledig stil te zetten. |
Controleer voordat u werkzaamheden uitvoert in de motorruimte of de selectiehendel in de neutraalstand N staat en of de handrem is aangetrokken. |
Grenzen van het systeem
Houd op een helling of als de Hill Start Assist is geactiveerd de auto nooit met het gaspedaal op zijn plaats: de koppeling kan dan beschadigd raken.
In dit soort situaties klinkt een geluidssignaal.
Storingen
Als bij aangezet contact dit verklikkerlampje
gaat branden, duidt dit op een storing in de versnellingsbak Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als de letter N knippert op het instrumentenpaneel in combinatie met een langdurig klinkend geluidssignaal:
Als het cijfer 1 knippert op het instrumentenpaneel:
Als de letter R knippert op het instrumentenpaneel:
Hyundai i10. Als de motor niet start of langzaam ronddraait
1. Als de auto een automatische transmissie
heeft, moet de de versnel-lingspook
in N (neutraal) of P (parke-ren)
staan.
2. Controleer de batterijverbindingen of
deze droog en schoon zijn en vas ...
KIA Picanto. Overzicht dashboard
Instrumentenpaneel
Claxon
Bestuurdersairbag
Schakelaar verlichting/richtingaanwijzers
Ruitenwisser/-sproeier
Contactslot
Toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen)
Audiobedie ...
KIA Picanto. Controlelampje
Elektronische
stabiliteitscontrole (ESC)
(indien van toepassing)
Dit controlelampje gaat
branden:
Als het contact of de toets ENGINE
START/STOP (motor starten/stoppen)
in de stand ON (aan) wordt gezet.
- Het lampje blijft ongeveer
3 seconden branden e ...