Mercedes-Benz A-Klasse: Informatie over de bandenspanning - Bandenspanning - Wielen en banden - Mercedes-Benz A-Klasse - InstructieboekjeMercedes-Benz A-Klasse: Informatie over de bandenspanning

WAARSCHUWING Banden met een te lage of een te hoge bandenspanning leveren de volgende gevaren op:

Er bestaat gevaar voor ongevallen!

De geadviseerde bandenspanningen in acht nemen en de bandenspanningen van alle banden, inclusief het reservewiel, controleren:

De bandenspanning zo nodig aanpassen.

WAARSCHUWING Als ongeschikte accessoires op bandenventiel worden gemonteerd, kunnen de bandenventielen worden overbelast en falen, waardoor verlies van bandenspanning wordt veroorzaakt. Voor montage naderhand aangeboden bandenspanningscontrolesystemen houden het bandenventiel geopend. Dit kan bovendien leiden tot verlies van bandenspanning. Er bestaat gevaar voor ongevallen!

Alleen de standaard of de door Mercedes-Benz speciaal voor uw auto goedgekeurde ventieldopjes op de bandenventielen schroeven.

WAARSCHUWING Als de bandenspanning herhaaldelijk daalt, kunnen velg, ventiel of band beschadigd zijn. Een te lage bandenspanning kan tot klappen van de band leiden. Er bestaat gevaar voor ongevallen! Als de beschadiging niet kan worden verholpen, contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.  

Milieu-aanwijzing

De bandenspanning regelmatig controleren, echter ten minste elke 14 dagen.  

De geadviseerde bandenspanning bij verschillende bedrijfsomstandigheden vindt u in de bandenspanningstabel in de tankdopklep .

Rijden met noodwiel: Meer informatie over het rijden met een noodwiel vindt u in de algemene aanwijzingen in het hoofdstuk "Noodwiel" .

Rijden met een aanhangwagen: De op de bandenspanningstabel in de tankdopklep aangegeven waarde voor de achteras is geldig.

Bovendien kunnen op de bandenspanningstabel de bandenspanningen voor verschillende beladingstoestanden zijn aangegeven. Deze zijn in de tabel gekenmerkt door een verschillend aantal personen en bagage. Het daadwerkelijk aantal zitplaatsen kan daarvan afwijken - informatie daarover vindt u in de autopapieren.

Als geen bandenmaat wordt aangegeven, zijn de bandenspanningen op de bandenspanningstabel voor alle af fabriek op deze auto toegestane banden geldig.

Milieu-aanwijzing

Als een bandenmaat voor de bandenspanning vermeld staat, dan geldt de betreffende bandenspanning alleen voor deze bandenmaat.

Voor het controleren van de bandenspanning een geschikte bandenspanningsmeter gebruiken. Het uiterlijk van een band geeft geen uitsluitsel over de bandenspanning. Bij auto's met elektronische bandenspanningscontrole kan de bandenspanning ook met de boordcomputer worden opgevraagd.

De bandenspanning zo mogelijk alleen bij koude band corrigeren.

De banden zijn koud: Afhankelijk van de omgevingstemperatuur, de rijsnelheid en de belasting van de banden verandert de bandentemperatuur en daarmee de bandenspanning: Per 10 met circa 10 kPa (0,1 bar, 1,5 psi). Hier rekening mee houden, als de bandenspanning wordt gecontroleerd als de banden warm zijn. De bandenspanning alleen corrigeren, als deze voor de actuele bedrijfsomstandigheden te laag is.

Een te lage of te hoge bandenspanning:

De voor een geringe belasting aangegeven bandenspanningen zijn minimumwaarden waarbij een optimaal rijcomfort wordt verkregen.

U kunt echter ook de waarden voor hogere belasting aanhouden. Deze zijn toegestaan en rijtechnisch gunstig.

Zie ook:

KIA Picanto. Wielen uitlijnen en balanceren
De wielen van uw auto zijn af fabriek zorgvuldig uitgelijnd en gebalanceerd voor een lange levensduur van de banden en optimale prestaties. Normaal gesproken is het niet nodig de wielen nogmaal ...

Mercedes-Benz A-Klasse. Rijsystemen
Waarschuwings- en controlelampje Signaalgedrag Mogelijke oorzaken/gevolgen en ► Oplossingen ...

Fiat 500. Imperiaal/ski drager
BEVESTIGINGSPUNTEN De bevestigingspunten bevinden zich in de zones getoond in fig. 43. Om de voorste te gebruiken, verwijder de afdekking A fig. 43, toegankelijk met het portier open. De achter ...

Modellen: