Om de kans op letsel bij een aanrijding te beperken en de veiligheidsgordels zo effectief mogelijk te gebruiken, moeten alle inzittenden rechtop zitten en moeten de rugleuningen, zowel voor als achter, tijdens het rijden zo rechtop mogelijk staan. Als een passagier op de achterbank ligt of als de rugleuningen te ver achterover staan, kan de gordel onvoldoende bescherming bieden.
Hoe verder de rugleuning naar achteren staat, hoe groter de kans is dat de inzittende bij een aanrijding onder het heupgedeelte van de gordel door schiet of dat de nek in aanraking komt met het schoudergedeelte van de gordel. Bestuurder en passagiers moeten altijd goed in hun stoel zitten, de gordel op de juiste manier dragen en de rugleuning zo ver mogelijk rechtop zetten.
Mercedes-Benz A-Klasse. Naar achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem
Als door omstandigheden een kind in een naar achteren gericht
kinderzitjesbevestigingssysteem op de passagiersstoel wordt
beveiligd, moet te allen tijde gewaarborgd zijn dat de
passa ...
Mercedes-Benz A-Klasse. Automatisch bedienen (auto's met automatische transmissie)
De elektrische parkeerrem wordt automatisch bediend, als de
transmissie in de stand
staat en:
de motor afgezet is of
als het bestuurdersportier word ...
KIA Picanto. Binnenspiegel
Stel de binnenspiegel zo af dat u in het
midden van de spiegel het midden van
de achterruit ziet. Stel de spiegel af
voordat u gaat rijden.
WAARSCHUWING Zicht naar achterenPlaats geen voorwerpe ...