Active City Brake is een rijhulpfunctie die beoogt een frontale aanrijding te voorkomen of de snelheid van een frontale aanrijding te verminderen wanneer de bestuurder niet of te laat ingrijpt (te laat intrappen van het rempedaal).
Dit systeem is ontwikkeld om de
veiligheid te verbeteren.
De bestuurder moet zelf altijd het verkeer in de gaten blijven houden en de afstand tot en de snelheid van andere weggebruikers blijven inschatten. Active City Brake is slechts een hulpsysteem; de bestuurder moet altijd attent blijven. |
Bekijk de lasersensor nooit met een optisch instrument (vergrootglas, microscoop enz.) op een afstand van minder dan 10 cm: kans op oogletsel |
Werkingsprincipe
Dit systeem detecteert met een lasersensor en een camera boven aan de voorruit voertuigen die in dezelfde richting rijden of die vóór de auto stilstaan.
Indien noodzakelijk remt de auto automatisch af om de snelheid van de aanrijding te beperken of om te helpen de aanrijding met de voorligger te voorkomen.
Dit automatische noodremsysteem remt later af dan de bestuurder normaal gesproken zou doen. Het systeem grijpt dus alleen in als de kans op een aanrijding groot is |
Voorwaarden voor activering
Active City Brake werkt als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
● de motor draait,
● de auto rijdt vooruit,
● voor het geven van waarschuwingen bij
een dreigende aanrijding:
● voor de hulp bij het remmen:
● voor het automatisch remmen bij een dreigende aanrijding:
● de remhulpsystemen (ABS, EBD, BAS) zijn
niet defect,
● de stabiliteitscontrolesystemen (TRC, ESP)
zijn niet uitgeschakeld of defect,
● de auto maakt geen scherpe bocht,
● het systeem is de laatste 10 seconden niet
in werking getreden.
Werking
Het systeem kent drie verschillende werkwijzen:
De aanrijding kan automatisch worden voorkomen als het snelheidsverschil tussen uw auto en de voorligger niet groter is dan 30 km/h.
U wordt dan gewaarschuwd door het branden van dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel en een geluidssignaal.
De remlichten van uw auto gaan branden om andere weggebruikers te waarschuwen.
Het automatische noodremsysteem kan de auto volledig tot stilstand brengen als dit nodig is.
Het ingrijpen van het systeem kan ook tot gevolg hebben dat de motor afslaat, behalve als de bestuurder tijdens het automatische remmen snel genoeg het koppelingspedaal intrapt. |
Instellen van het moment van waarschuwen
U kunt het moment waarop u wordt gewaarschuwd voor een dreigende aanrijding instellen.
U kunt kiezen uit drie niveaus:
Druk meerdere keren achtereenvolgend op deze knop om door de niveaus te scrollen.
De standaardinstelling is "Normaal".
Uitschakelen / inschakelen
Houd deze knop meer dan 3 seconden ingedrukt.
Dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel gaat branden en de melding "PCS OFF" wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop om het systeem weer in te schakelen.
Dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel gaat branden.
Elke keer dat de motor met de sleutel of met de knop "START/STOP" wordt gestart, wordt het systeem automatisch weer ingeschakeld.
Grenzen van het systeem
Het systeem detecteert slechts stilstaande voertuigen (auto's, vrachtwagens) of voertuigen die in dezelfde richting rijden.
Het detecteert geen kleine voertuigen (fietsen, motorfietsen), voetgangers of dieren en ook geen stilstaande voorwerpen die niet reflecteren. |
Het systeem treedt niet in werking of wordt uitgeschakeld als de bestuurder:
Het systeem kan voorliggers minder goed detecteren als:
Onder zeer slechte
weersomstandigheden (zware regenval,
sneeuw, mist, hagel enz.) neemt de
remweg toe waardoor het systeem
minder efficiënt een aanrijding kan
voorkomen.
De bestuurder moet dus altijd bijzonder oplettend blijven. |
Laat nooit sneeuw op de motorkap liggen, voorwerpen boven de motorkap uitkomen of voorwerpen op het dak naar voren uitsteken: ze zouden in het gezichtsveld van de sensor kunnen komen en de detectie van voertuigen kunnen hinderen. |
Ongewenst activeringen Het is mogelijk dat het systeem ongewenst een kans op een aanrijding detecteert en in werking treedt, met name in de volgende gevallen:
Storingen
Storing van de sensor De werking van de lasersensor kan worden gehinderd door vuil op de voorruit, het beslaan van de voorruit of de aanwezigheid van een object dat de laserstralen tegenhoudt (bijv.: geopende motorkap).
In dat geval knippert dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel om u te waarschuwen.
Schakel de voorruitontwaseming in en reinig de voorruit ter hoogte van de sensor regelmatig.
Plak of bevestig geen voorwerpen op de voorruit vóór de sensor. |
Storing van het systeem
Bij een storing van het systeem knippert dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel om u te waarschuwen.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als de voorruit ter hoogte van de sensor beschadigd is, schakel het systeem dan uit en neem contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de voorruit te laten vervangen. |
Verwijder de sensor niet, stel de sensor
niet af en test de sensor niet.
Werkzaamheden aan de sensor mogen alleen door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats worden uitgevoerd. |
Peugeot 108. Ruitenwisserschakelaar
Verwijder onder winterse omstandigheden sneeuw, ijs of rijp
van de voorruit, van het gebied rondom de ruitenwisserarmen en de
ruitenwisserbladen en van het voorruitrubber alvorens de
...
Hyundai i10. Deurvergrendelingssysteem met
snelheidssensor
(indien van toepassing)
Alle deuren zullen automatisch worden
vergrendeld als de wagen sneller rijdt
dan 15 km/uur. En alle deuren zullen automatisch
worden ontgrendeld als u de
motor uitschakelt, of als u de contactsleu ...
KIA Picanto. ESS: noodstopsignaal (indien van
toepassing)
Het Emergency Stop Signal-systeem
waarschuwt achteropkomende bestuurders
door het remlicht te laten
knipperen wanneer de auto plotseling
sterk afremt of wanneer het ABS
wordt geactiveerd. (Het sy ...