Mercedes-Benz A-Klasse: Problemen met de motor - Rijden - Rijden en parkeren - Mercedes-Benz A-Klasse - InstructieboekjeMercedes-Benz A-Klasse: Problemen met de motor

Probleem Mogelijke oorzaken/gevolgen en Oplossingen
De motor slaat niet aan. De HOLD-functie of DISTRONIC automatische afstandsregeling is ingeschakeld.

De HOLD-functie  of afstandspilot DISTRONIC  uitschakelen.

De motor opnieuw starten .
De motor slaat niet aan. De startmotor werkt hoorbaar.
  • De motorelektronica vertoont een storing.
  • Het brandstoftoevoersysteem vertoont een storing.
Voor de volgende startpoging:

De sleutel in het contactslot in de stand terugdraaien.

of

De start-stoptoets zo vaak indrukken, tot alle controlelampjes in het combi-instrument doven.

De motor opnieuw starten . Langdurige en veelvuldige startpogingen vermijden, omdat anders de accu ontladen raakt.

Als de motor na meerdere startpogingen niet aanslaat:

Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

De motor slaat niet aan. De startmotor werkt hoorbaar. Het waarschuwingslampje voor de brandstofreserve brandt en het brandstofniveau staat op 0. De brandstoftank werd leeggereden.

Brandstof in de auto tanken.

De motor slaat niet aan. De startmotor werkt niet hoorbaar. De boordnetspanning is te laag, omdat de accu te zwak of leeg is.

Starthulp ontvangen .

Als de motor ondanks de starthulp niet aanslaat:

Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

De startmotor is blootgesteld aan een te hoge thermische belasting.

De startmotor circa twee minuten laten afkoelen.

De motor opnieuw starten .

Als de motor desondanks niet aanslaat:

Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.

Auto's met benzinemotor:

De motor draait onregelmatig en slaat over.

De motorelektronica of een mechanisch onderdeel van het motormanagement vertoont een storing.

Maar weinig gas geven.

  • Anders kan onverbrande brandstof in de katalysator terechtkomen en deze beschadigen.

    De oorzaak zo snel mogelijk laten verhelpen bij een gekwalificeerde werkplaats.

  • De koelvloeistoftemperatuurmeter geeft meer dan 120 aan. Bovendien kan het waarschuwingslampje koelvloeistof branden en kan een waarschuwingssignaal klinken. Het koelvloeistofniveau is te laag. De koelvloeistof is te warm, de motor wordt niet voldoende gekoeld.

    Zo snel mogelijk stoppen en de motor en de koelvloeistof laten afkoelen.

    Het koelvloeistofniveau controleren . Daarbij de waarschuwingsaanwijzingen in acht nemen en zo nodig koelvloeistof bijvullen.

    Als het koelvloeistofniveau in orde is, kan het zijn dat de elektrische ventilator van de radiateur uitgevallen is. De koelvloeistof is te warm, de motor wordt niet voldoende gekoeld.

    Bij een koelvloeistoftemperatuur onder 120 kan naar de dichtstbijzijnde gekwalificeerde werkplaats worden verder gereden.

    Daarbij een hoge motorbelasting, bijvoorbeeld bij het rijden op hellingen en bij stop-and-go-verkeer, vermijden.

    Zie ook:

    KIA Picanto. Rembekrachtiging
    Uw auto is voorzien van bekrachtigde remmen die bij normaal gebruik automatisch afgesteld worden. Als de rembekrachtiging uitvalt omdat de motor is afgeslagen of door een andere oorzaak, kunt u ...

    Hyundai i10. Beperkingen van het systeem
    Het Voorwaarts Botsing Waarschuwingssysteem kan beperkingen hebben naar zijn vermogen om afstand naar zijn voorligger te detecteren dat te wijten is aan de weg en de verkeerscondities. Het FCW ...

    Hyundai i10. Grootlicht bediening
    Om het groot licht aan te doen, moet de schakelaar naar beneden worden gedrukt. Voor dimlicht moet de schakelaar weer in de stand terug gezet worden. De groot licht controlelamp brandt als ...

    Modellen: