Hyundai i10: Airbag - aanvullend
beveiligingssysteem - Veiligheidskenmerken van uw voertuig - Hyundai i10 - InstructieboekjeHyundai i10: Airbag - aanvullend beveiligingssysteem

Air bag - aanvullend beveiligingssysteem

(1) Front-airbag bestuurder
(2) Voor passagiers air-bag*
(3) Side air-bag*
(4) Gordijn air-bag*
(5) Voor air-bag AAN/UIT schakelaar passagier*

* : indien van toepassing

WAARSCHUWING Zelfs in voertuigen met air-bags moeten altijd de veiligheidsgordels worden gedragen om het risico en de ernst van letsel te minimaliseren in het geval van een aanrijding.

Dit voertuig is uitgerust met een extra airbag- systeem voor de bestuurderssto-el, bijrijdersstoel en/of achterbank.

De voorste airbags zijn ontworpen als aanvulling op de driewegs veiligheidsriemen.

Deze airbags geven alleen extra bescherming als de veiligheidsriem altijd tijdens het rijden gedragen wordt.

U kunt ernstig letsel oplopen, of overlijden, tijdens een ongeval als u de veiligheidsriem niet draagt. Airbags zijn ontworpen als aanvulling voor veiligheidsriemen, niet om deze te vervangen. De airbags zijn niet ontworpen om te ontplooien in elke aanrijding. Tijdens sommige ongevallen bieden alleen de veiligheidsriemen u bescherming.

WAARSCHUWING - VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR AIRBAGS Gebruik altijd veiligheidsgordels en kinderzitjes - elke reis, elke keer, iedereen! Zelfs bij airbags kunt u ernstig letsel oplopen, of overlijden, tijdens een botsing als uw riem niet goed vast zit of als u deze niet draagt terwijl de airbag opgeblazen wordt.

Plaats NOOIT een kind in een kinderzitje of zitstoel in de voor passagierszitplaats.

Een airbag die opgeblazen wordt kan een peuter of kind zwaar raken waardoor het kind ernstig letsel oploopt of zelfs kan overlijden.

Kinderen onder 13 jaar Altijd op de achterste Zitplaatsen. Het is de veiligste plaats voor kinderen van iedere leeftijd om mee te rijden. Indien een kind van 13 jaar of jonger in de voorstoel moet meerijden, moet hij of zij de veiligheidsgordel gebruiken en de stoel moet zo ver mogelijk maar wel comfortabel naar achteren gezet worden.

Alle inzittenden moeten comfortabel en zoveel mogelijk rechtop zitten met de rugleuning in een verticale positie, met de veiligheidsgordels om, de benen comfortabel uitgestrekt en de voeten op de vloer totdat het voertuig is geparkeerd en als de motor uitgeschakeld is. Als een persoon in de verkeerde positie zit tijdens een ongeval, dan kan de airbag deze persoon hard raken wat kan resulteren in ernstig letsel of zelfs overlijden.

De inzittenden moeten nooit zitten of leunen onnodig dicht bij de airbags of leunen tegen de deur of het midden console.

Zet uw zitplaats als comfortabel en mogelijk is, hierdoor heeft u de beste bescherming van het air-bag systeem. Het is aan te raden de borstkas tenminste 25 cm van het stuurwiel af te houden.

Zie ook:

Mercedes-Benz A-Klasse. Inleiding
Top Tether biedt de mogelijkheid voor een extra verbinding tussen het met ISOFIX bevestigde kinderzitjesbevestigingssysteem en het voertuig. Daardoor kan het gevaar voor letsel verder ...

Toyota Aygo. Baby- en kinderzitjes met een bovenste gordel
1. Auto's met bagageafdekking: Verwijder de bagageafdekking. 2. Verwijder de hoofdsteun. 3. Maak het baby- of kinderzitje vast met de veiligheidsgordel of met het ISOfix-bevestigingssysteem. ...

Mercedes-Benz A-Klasse. Achteruitrijcamera in- en uitschakelen
Inschakelen: De sleutel in het contactslot moet in de stand staan. Controleren of in het multimediasysteem de functie Activere ...

Modellen: